Robotisering biedt kans voor gestagneerde arbeidsproductiviteit
Leestijd: 2½ minuut | Door: Hays Marketing | 27 september 2017
In zijn column De flinstonisering van de arbeidsmarkt* maakt Maarten Schinkel zich zorgen dat flexibilisering leidt tot lagere loonkosten en dat bedrijven daardoor minder gestimuleerd worden om arbeid te vervangen door kapitaal. Dat zou dan weer de groei van onze arbeidsproductiviteit en dus onze welvaart op lange termijn ondermijnen.
Maarten refereert daarbij aan Mario Draghi die de inzet van kapitaal te laag vindt en hij probeert dan een verband te leggen met de kosten van flexibele arbeid. Een nogal gekunstelde en vergezochte redenering waarbij flexibele arbeid onterecht als ‘root of all evil’ wordt neergezet.
Er is in de geschiedenis niemand te vinden die meer goedkoop kapitaal in de economie heeft geïnjecteerd dan de huidige voorzitter van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi. Dat deze honderden miljarden hun weg moeilijk vinden naar investeringen is niet te wijten aan de kosten van flexibele arbeid maar aan het gebrek aan vertrouwen in de fundamentele kracht van de globale economie.
Hoge loonkosten
Natuurlijk helpt flexibilisering van arbeid de werkgevers c.q. opdrachtgevers bij het beheersen van loonkosten. Echter, onze loonkosten zijn historisch gezien nog steeds zeer hoog vergeleken met de historische kosten van kapitaal. En deze hoge loonkosten gelden eveneens voor de diverse vormen van flexwerk zoals uitzenden, detachering en payrolling. Ook de uurtarieven van ZZP’ers zijn voor het grootste deel juist hoger dan die van een vaste medewerker. Ook het CPB constateert onlangs dat de loonontwikkeling in branches met veel ZZP’ers niet achterblijft bij andere branches (MEV Sep ’17). Er is dus mijns inziens geen aantoonbaar negatief effect van flexibele arbeid op de loonkosten ontwikkeling.
Maarten heeft wel een terecht punt wanneer hij stelt dat de groei van de arbeidsproductiviteit al decennia stagneert. De Nederlandse arbeidsproductiviteit is overigens één van de hoogste in de EU, maar is inderdaad de afgelopen tien jaar nauwelijks gestegen. Ik zie daarvoor twee oorzaken die veel belangrijker zijn dan de kosten van flexwerk.
Globalisering en innovaties
Globalisering
Ten eerste de globalisering. In de afgelopen decennia was er sprake van een grootschalige off-shoring van kapitaalintensieve massaproductie naar lage lonenlanden. Juist door de hoge loonkosten in West Europa verhuist een deel van de maakindustrie naar lage lonen landen. En hoe verrassend: in Azië is de welvaart en arbeidsproductiviteit enorm is gestegen.
Innovaties
Ten tweede het gebrek aan echte disruptieve innovaties: in feite hebben zich de laatste decennia geen majeure innovaties voorgedaan die een grote impact hadden op de arbeidsproductiviteit. Effecten als de mechanisatie tijdens de eerste industriële revolutie en de introductie van de computer in de vorige eeuw hebben recent niet plaatsgevonden. Social media en de mobiele telefoon kregen wel een enorme invloed op onze leefwereld maar hebben onze welvaart economisch gezien nog geen grote impuls gegeven.
Robots?
Mogelijk kan robotisering in de nabije toekomst onze arbeidsproductiviteit die aanzet wél geven. En dat plaatst de factor arbeid weer in een totale nieuwe context: hoe kan arbeid het beste concurreren met robots? Flexibele arbeid lijkt dan juist erg waardevol. Dus laten we stoppen met het zoeken naar een vergezochte stok om flexwerk mee te slaan. Met andere woorden: een gezonde arbeidsmarkt is een markt met vast én flexwerk. Wie dat ontkent leeft in het stenen tijdperk.
*NRC 14-09-17
Bron: ZiPconomy